Begeleiding

Donorhalfbroers en -zussen - waar moet u rekening mee houden?

De meeste spermadonoren helpen meerdere gezinnen. Daarom zullen veel donorkinderen waarschijnlijk ergens donorhalfbroers en -zussen hebben. Als ouder van een donorkind vraagt u zich wellicht af wat de beste manier zou zijn samen met uw kind het onderwerp donorhalfbroers en -zussen kunt benaderen

December 22, 2022
7 min. lees tijd
Helle Tyllesen

Donorhalfbroers en -zussen. Donorbroers en -zussen. Halfbroers en -zussen. "Diblings", zoals sommigen ze ook wel noemen, of gewoon: genetische verwanten.

Ongeacht de benaming gaat het om kinderen die zijn verwekt met sperma of eicellen van dezelfde donor, maar die geen deel uitmaken van hetzelfde gezin. Bij de European Sperm Bank zien we een toenemende aandacht voor deze relaties, die velen omschrijven als een geheel nieuw soort familie.

De belangen van de kinderen staan altijd voorop

Als spermabank hebben wij geen mening over wat goed of fout is als het gaat om donor-halfbroers en -zussen. Onze voornaamste boodschap is dat het een belangrijk onderwerp is om over na te denken en dat u altijd het belang van uw kind voor ogen moet houden. Ongeacht hoe u dit als ouder wilt benaderen.

Maar hoe introduceert u het onderwerp donorhalfbroers en -zussen aan uw kind?

Henriette Cranil, psychologe en moeder van een 11-jarige donor-tweeling, ging dit gesprek geleidelijk aan en wijdde er steeds verder over uit naarmate de kinderen ouder werden:

"Vanaf het prille begin van mijn traject met donorsperma en mijn zwangerschap, maar ook tijdens de eerste jaren van de tweeling ben ik volledig open en eerlijk geweest. We hebben een groot netwerk van moeders met donorkinderen waarmee wij ons kunnen identificeren. Naarmate mijn kinderen ouder werden, gingen onze gesprekken steeds vaker over mogelijke donorbroers en -zussen. Toen ze zeven jaar waren, konden we al over verschillende aspecten praten. We keken bijvoorbeeld een leuk filmpje over een jongen die zijn donorhalfbroers en -zussen zoekt.

Dat was een zeer concrete manier om erover te praten. We hebben het gesprek beetje bij beetje uitgebreid, en we zijn nog lang niet uitgepraat," aldus Henriette Cranil. Ze gaat verder:

"Mijn eigen ervaring is dat mijn kinderen nieuwsgierig zijn naar de donor. Binnen mijn omgeving hoor ik vaak hetzelfde. Ik heb met mijn kinderen gesproken over het mogelijke aantal donorhalfbroers en -zussen. Ik heb ook benoemd dat er zeker een aantal zijn. Maar veel diepgaander hebben we het gesprek nog niet gevoerd. Mijn keuze voor een anonieme donor destijds speelt ook een rol. Ongeacht of dat goed of slecht is: we weten niets over hem en de tweeling is met die wetenschap opgegroeid. Tot nu toe hebben mijn kinderen weinig belangstelling getoond voor of vragen gesteld over hun donorhalfbroers en -zussen. Dat vertelt mij waar zij staan in hun proces."

Om het helemaal te begrijpen en zinvol te maken, moeten we een échte behoefte voelen. Ik heb rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen. Of zij al dan niet op zoek gaan naar donorbroers en -zussen moet hun eigen keuze zijn.

// Henriette Cranil, psychologe en moeder van een tweeling

Wat is de motivatie als ouder?

Als u overweegt de donorhalfbroers en -zussen van uw kind te zoeken, dan moet u zichzelf eerst de volgende vraag stellen: wat is mijn motivatie? Is het uw eigen nieuwsgierigheid of wilt u dat uw kind zijn donorhalfbroers en -zussen écht leert kennen en mogelijk uw sociale kring uitbreiden? Ongeacht uw motieven is het belangrijk om het belang van uw kind voorop te stellen. Overweeg daarom om het eerst met uw kind te bespreken.

Voor sommige donorkinderen is het geweldig om hun donorhalfbroers en -zussen te vinden en ontmoeten. Voor anderen levert de ervaring meer vragen op dan antwoorden. Weer anderen voelen de behoefte simpelweg niet om op zoek te gaan naar mogelijke donorbroers en -zussen. Andere gezinnen met donorkinderen ontmoeten is voor sommigen ook al voldoende.

Tot nu toe heeft Henriette Cranil ervoor gekozen geen donorhalfbroers en -zussen te zoeken.

"Dat is geen definitieve 'nee'. Om het helemaal te begrijpen en zinvol te maken, moeten we een échte behoefte voelen. Ik heb rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen. Of zij al dan niet op zoek gaan naar donorbroers en -zussen moet hun eigen keuze zijn. Het feit dat ze een tweeling zijn speelt zeker een rol: ze hebben immers ook elkaar. Als ik slechts één kind zou hebben, dan had ik er anders over gedacht. Dan heeft het meer zin om op zoek te gaan naar donorhalfbroers en -zussen," aldus Henriette Cranil. Ze voegt er het volgende aan toe:

"Momenteel verstrijken er soms wel drie tot vier maanden tussen onze gesprekken. Ik begin onze gesprekken altijd. Voordat ik denk dat het voor ons goed is om te gaan zoeken, moet ik een duidelijke en diepgaandere interesse zien. Het zou me echter niet verbazen als we in de toekomst op zoek gaan naar donorbroers en -zussen. Mijn kinderen zijn volledig vrij om die beslissing te nemen wanneer zij er klaar voor zijn. Ik zal hen altijd steunen en helpen."

Bij mijn overwegingen staan de aspecten die essentieel zijn om een gezond individu te worden centraal: liefde, veiligheid, stabiliteit en de aandachtige aanwezigheid van volwassenen. Dit zijn allemaal belangrijke aspecten in het leven van een kind. Op lange termijn kan een kennismaking met hun donorhalfbroers en -zussen het leven van mijn kinderen verrijken, maar het is niet cruciaal.

// Henriette Cranil, psychologe en moeder van een tweeling

Maak de afweging wanneer het zinvol is op zoek te gaan naar donorhalfbroers en -zussen

Op welk punt is het gepast om op zoek te gaan naar donorhalfbroers en -zussen? Als het kind nog klein is, tijdens de tienerjaren of pas als de leeftijd van jongvolwassene bereikt wordt?

Jongere kinderen voelen zich mogelijk meer op hun gemak bij het idee van nieuwe relaties en accepteren de situatie wellicht gemakkelijker dan oudere kinderen. Tiener zijn op zich is al een hele uitdaging. Contact met donorhalfbroers en -zussen kan dan behoorlijk verwarrend zijn. Uw kind heeft er misschien niet eens bij stilgestaan dat het zulke genetische verwanten heeft. Aan de andere kant kunnen de tienerjaren juist wel een goede tijd zijn. Kinderen kunnen hun eigen banden smeden en relaties aangaan met mensen van dezelfde leeftijd.

Nogmaals: er is geen universele waarheid.

Let altijd op gedrag dat of signalen die erop wijzen dat uw kind worstelt met de situatie. Zorg ervoor dat hij of zij weet dat ze altijd bij u terecht kunnen met hun vragen en bedenkingen. Zet uw kind ook absoluut niet onder druk om met donorhalfbroers en -zussen om te gaan als hij of zij zich daar niet prettig bij voelt - hoe goed uw bedoelingen ook zijn.

Maria Pilo is een Deense kleuterjuf en moeder van de 3-jarige Albert. Zij vond het een geruststelling om in contact te komen met een andere moeder die een kind heeft dat met het sperma van dezelfde donor is verwekt, omdat zij dan zoveel mogelijk informatie heeft.

Toen Albert een paar maanden oud was, zocht Maria Pilo contact via een groep op Facebook. Na korte tijd kwam ze in contact met een vrouw uit een ander deel van Denemarken. De vrouw stuurde Maria een e-mail waarin ze zichzelf en haar zoon beschreef. Sindsdien ontmoeten de twee moeders elkaar een paar keer per jaar met hun zoons erbij.

Ik wil mijn zoon zoveel mogelijk antwoorden bieden in onze situatie. Het is een poging om het zekere voor het onzekere te nemen.

// Maria Pilo, kleuterjuf en moeder van de driejarige Albert

"Ik waardeer deze relatie echt, het is een soort vangnet voor mij. Het feit dat ik Albert zoveel mogelijk informatie kan geven en iemand met wie hij zich kan identificeren, betekent heel veel voor mij. Ik zal alles binnen mijn macht doen om te voorkomen dat Albert mij verwijt dat ik er ooit bewust voor koos om alleenstaande moeder te worden. Ik wil hem ook zoveel mogelijk antwoorden bieden in onze situatie. Het is een poging om het zekere voor het onzekere te nemen," aldus Maria Pilo. Ze is inmiddels zwanger van een jongetje dat zij deze zomer verwacht:

"Ik heb alleen die ene andere moeder gevonden en ik ben niet op zoek naar meer contacten. Ik beschouw deze relatie niet als een familierelatie. Ik heb voor dezelfde spermadonor gekozen. Albert en zijn toekomstige broertje zijn de broers. Het is echter wel leuk om de jongens te vergelijken. Ze hebben hetzelfde postuur: lang en slank, met dezelfde mond en neus. De jongen en zijn moeder zijn nu goede vrienden van ons en dat is mijn uitgangspunt. Misschien verandert dat in de toekomst. Op dit moment vormt de relatie tussen de moeders de basis voor het contact in de komende jaren. Als Albert in de toekomst meer informatie en nauwe relaties met andere donorhalfbroers en -zussen wil, dan zal ik hem daar altijd in steunen."

Wees realistisch en help uw kind de ervaring te verwerken

Voor veel donorhalfbroers en -zussen geeft het zien van zijn of haar eigen fysieke kenmerken bij een ander persoon een gevoel van uitbreiding van de familie- of sociale kring. Tegelijkertijd kan deze ervaring ook overweldigend zijn. Het is niet vanzelfsprekend dat u - ongeacht of u donorkind of ouder van een donorkind bent - zich direct verbonden voelt, alleen omdat uw families hulp hebben gekregen van dezelfde donor.

Uw gevoelens of die van uw kind over deze nieuwe relatie kunnen in de loop van de tijd ook fluctueren. Als u ervoor kiest de donorhalfbroers en -zussen van uw kind te zoeken, doe dat dan stap voor stap. Kinderen hebben een rijke verbeelding en hun verwachtingen kunnen flink afwijken van de werkelijkheid. Bereid u als ouder voor op dergelijke situaties en steun uw kind als de eerste ontmoeting met een donorhalfbroer of -zus niet verloopt zoals verwacht. Bedenk goed dat uw kind op de lange termijn het meeste profijt heeft van de ervaring. Het is ook niet vanzelfsprekend dat uw kind geïnteresseerd is in een dergelijke relatie.  

Het achterhalen van de identiteit van donorhalfbroers en -zussen is nog maar het begin. De ervaring kan een heleboel vragen oproepen van uw kind over conceptie, waarom u een donor hebt gebruikt, wie die persoon is en nog een hele reeks andere grote vragen. 

Het kan natuurlijk ook andersom: u doet er dan ook goed aan om u voor te bereiden op de mogelijke nieuwsgierigheid van andere donorgezinnen zijn naar uw kind en uw gezin. Als een mogelijke donorhalfbroer of -zus of de ouder van een donorhalfbroer of -zus u benadert, gun uzelf en uw kind dan de tijd om uit te zoeken hoe u daar tegenover staat. Er bestaat hierbij geen goed of fout. Het is prima om contact te weigeren.

Over het algemeen geldt datzelfde advies bij het zoeken naar donorhalfbroers en -zussen.

Gun uzelf de tijd en weeg de voor- en nadelen af. Wat is het beste voor uw kind en uw gezin? Er is geen eenduidige manier om dit aan te pakken. Ervoor kiezen om geen donorhalfbroers en -zussen te zoeken kan net zo'n verstandige beslissing zijn als er juist voor gaan. Ook hoeft uw beslissing niet definitief te zijn. Als u twijfelt, wacht dan.

Zoals Henriette Cranil zegt:

"Voor beide keuzes zijn goede argumenten aan te voeren en het is geen kwestie van zwart of wit. Ik denk dat je je bewust moet zijn van je motieven, ongeacht wat je beslist. Het zoeken naar donorbroers en -zussen vergt tijd en zorgvuldigheid. Je kunt het niet gewoon doen op basis van sporadische nieuwsgierigheid. We zijn het aan onze kinderen verplicht om ons er goed van bewust te zijn van wat we in gang zetten. Ethiek moet je leidraad zijn."

Advies voor het zoeken naar donorhalfbroers en -zussen:

  • Bedenk waarom u op zoek wilt gaan naar gezinnen die dezelfde donor hebben gebruikt
  • Respecteer uw eigen grenzen en die van uw kind. Sta uzelf en uw kind toe om van gedachten te veranderen
  • Wees realistisch - vooral over situaties waarin uw verwachtingen niet overeenstemmen met de werkelijkheid
  • Betrek uw kind er zoveel mogelijk bij. Overweeg of de tijd rijp is en richt u in de eerste plaats op de belangen van uw kind
  • Vergeet niet dat er geen juiste manier is om door deze situaties te navigeren. Doe wat goed voelt voor uw gezin